- Beursstrateeg David Hunter waarschuwt dat aandelen de komende maanden gaan pieken en dat daarna een beurscrash van 65 procent volgt.
- Zijn stelling is gebaseerd op de aanname dat de inflatie in de VS aanhoudend hoog blijft, waardoor de Amerikaanse centrale bank op rem moet trappen.
- De Federal Reserve zal gedwongen worden de beschikbaarheid van goedkoop geld te beperken en daar is de markt erg gevoelig voor.
Beursstrateeg David Hunter had de afgelopen maanden een hele duidelijke visie op hoe de financiële markten zich zouden ontwikkelen. Tot nu toe komen de voorspellingen van het hoofd macrostrategie bij Contrarian Macro Advisors grotendeels uit.
Zo zei Hunter in december, toen de brede Amerikaanse S&P 500-index zich op recordhoogten van rond de 3.700 punten bevond, dat de index door zou stijgen tot 4.500 punten halverwege 2021. Dat was hoger dan de meeste beursstrategen op Wall Street inschatten. Inmiddels is een recordhoogte van boven de 4.200 punten bereikt.
Hunter voorspelde eerder dit jaar ook dat de marktrente van de 10-jarige Amerikaanse staatsleningen terug zou vallen naar ongeveer 1,2 procent, nadat de rente tussen januari en maart nog met meer dan 0,8 procentpunt was gestegen tot 1,73 procent.
Nou was het om heel eerlijk te zijn ook niet zo heel moeilijk om te voorspellen dat de aandelenkoersen zouden gaan stijgen in de eerste helft van het jaar, vanwege de coronavaccinaties en de enorme stimuleringspakketten van overheden. In december noemde zakenbank JPMorgan het beursklimaat “een marktparadijs.”
Maar hier worden de voorspellingen van Hunter pas echt interessant. Hij heeft eerder gezegd – en dat deze week herhaald – dat hij denkt dat de S&P 500 in juli of augustus zijn piek zal bereiken.
Het bereiken van topniveaus zal aanvankelijk onschuldig lijken, met aandelen die na een piek en een eerste voorzichtige daling toch weer opveren. Maar als de definitieve terugval inzet dan zal die heel drastisch zijn. Hunter verwacht een daling van 65 tot 80 procent ten opzichte van het niveau rond de 4.500 punten. Een terugval van 65 procent vanaf 4.500 punten zou de S&P 500 op ongeveer 1.500 punten zetten.
Hunter zegt dat inflatie de katalysator zal zijn van zo’n rampzalige terugval. Hij denkt dat de Amerikaanse centrale bank onderschat dat de inflatie gedurende langere tijd relatief hoog zal blijven. Dat komt volgens Hunter door de duizenden miljarden aan gratis geld die de Federal Reserve in het financiële systeem heeft gepompt én de grootschalige steunprogramma’s van de Amerikaanse overheid.
Als de inflatie relatief hoog blijft, moet de centrale bank reageren door het aankopen van obligaties op financiële markten terug te draaien. Met dit aankoopbeleid drukt de centrale bank rentes op financiële markten door obligaties op te kopen met ‘verse dollars’. Het terugdraaien daarvan betekent dat er ‘gratis geld’ aan het financiële systeem wordt onttrokken, zodat bijvoorbeeld speculeren op de beurs met geleend geld duurder wordt.
De sterke opleving van aandelenmarkten sinds maart 2020 hangt volgens velen nauw samen met de financiële injecties van centrale banken. Volgens Hunter kan de Fed echter gedwongen worden om zo’n 1.000 miljard dollar aan liquide middelen uit de financiële markten te halen.
“Ik denk dat we op een ramp afstevenen, als we denken dat we zonder gevolgen geld over de balk kunnen smijten”, zei Hunter tijdens een online interview met Adam Taggart, de oprichter van beleggingsadviesbureau Wealthion.
“Voorzitter Powell spreekt van kortstondige inflatie, maar ik denk dat een aantal van zijn mede-bestuurders bij de centrale bank het daar niet mee eens zijn. Ik verwacht dat hij zich gaat realiseren dat een deel van de inflatie inderdaad tijdelijk is, maar een belangrijk ander deel van de inflatie voorlopig helemaal niet verdwijnt.”
“Dan komt er een moment dat ze zeggen: ‘Misschien moeten we ons zorgen gaan maken over een oververhitte economie en daar iets tegen doen'”, stelt Hunter. “Dat leidt niet meteen tot een renteverhoging, maar de Fed gaat dan wel geld uit het systeem halen.”
De voorspellingen van Hunter in context
De waarschuwingen voor een crash klinken de laatste weken steeds luider, nu de inflatie stijgt en beleggers zich meer zorgen maken over een omslag in het beleid van de Federal Reserve.
Bekende beleggers als Jeremy Grantham, Michael Burry en Robert Kiyosaki hebben de afgelopen weken allemaal gewaarschuwd voor een zeepbel op de aandelenmarkt.
Oprichter Grantham van vermogensbeheerder GMO zei in een interview met Bloomberg dat de waarderingen in elk deciel van de markt op hun hoogste punt van de geschiedenis staan. Daar wees hedgefondsmanager John Hussman eveneens op; ook hij ziet een bubbel op de financiële markten.
Michael Burry, die bekend is omdat hij de zeepbel op de Amerikaanse huizenmarkt en de kredietcrisis van 2008 op tijd voorzag, schreef op Twitter: “De grootste speculatieve bubbel aller tijden op alle gebieden. Met twee ordes van grootte.” En Robert Kiyosaki, de schrijver van het boek “Rich Dad, Poor Dad,” tweette: “Grootste bubbel in de wereldgeschiedenis is groter aan het worden. Grootste crash in de wereldgeschiedenis op komst.”
Maar die voorspellingen zijn nog altijd relatief bescheiden ten opzichte van de enorme crash die Hunter voorziet. Hoewel de meeste strategen op Wall Street het er wel over eens zijn dat aandelen momenteel overgewaardeerd zijn, voorspelt niemand een crash van 65 tot 80 procent, zoals Hunter doet in dit jaar van economisch herstel.
Veel beleggers vinden een crash dit jaar onwaarschijnlijk, omdat de Federal Reserve heeft beloofd de markten te blijven steunen tot de economie verder is hersteld.
Maar wat de inflatie betreft zou Hunter wel eens een goed punt kunnen hebben. De Amerikaanse consumentenprijsindex (CPI), een belangrijke maatstaf voor de inflatie, liet in mei een stijging van 5 procent zien vergeleken met een jaar eerder. De inflatie is hiermee al twee maanden op rij hoger dan verwacht.
Met consumenten die spaargeld hebben opgepot en directe overheidssteun kregen, en de economie die weer opengaat, is er nog genoeg potentie voor verdere prijsstijgingen. Het blijft echter onduidelijk of, wanneer en hoe de Federal Reserve daarop gaat reageren.
Gelet op de hoge waardering van aandelen doen beleggers er goed aan enige voorzichtigheid te betrachten. Het Amerikaanse inflatiecijfer van juni wordt op 13 juli gepubliceerd. Als dat hoger is dan waar beleggers op rekenen en rentes op Amerikaanse staatsobligaties stijgen, of als de Fed signalen afgeeft zich grotere zorgen te maken over de inflatie, dan wordt het tijd om het scenario dat Hunter schetst in het achterhoofd te houden.